Winnaars Stedelijk Interieur Studenten Award 2011 bekend!
Inge Kersten en Jorrit Noordhuizen (Wageningen Universiteit) streken 7 december de eer op: zij wonnen de Stedelijk Interieur Studenten Award 2011 en gingen naar huis met 1.000 euro én de eer. Hanne van den Berg (TU Delft) en Corien Kuiper (Rijksuniversiteit Groningen) kwamen tot een gedeelde tweede plek en wonnen ieder 250 euro.
Voor het vierde jaar op rij organiseerde Stedelijk Interieur de Studenten Award. Zestien scripties werden ingezonden en de vakjury – bestaande uit professionals op het gebied van ontwerp, inrichting en beheer van de openbare ruimte – beoordeelden deze inzendingen op basis van acht criteria. Tijdens het Nationaal Openbare Ruimte Congres 2011, 7 december in Ede, werden de winnaars bekendgemaakt.
Volgens de jury was 2011 ‘een goed jaar’: ze was bijzonder te spreken over de hoge kwaliteit van de inzendingen en nog meer over de sterke presentaties die de genomineerde studenten gaven. Van maquette tot geluidsband of juist ingetogen bij de jury aan tafel geschoven: het waren stuk voor stuk bijzonder leuke presentaties, oordeelde de jury.
De winnaars, Inge Kersten en Jorrit Noordhuizen, volgden de opleiding Landscape Architecture aan de Wageningen Universiteit. Zij maakten een plan voor de kuststrook van North Carolina en bedachten een aanpak die volgens het juryrapport ‘een groot en ingewikkeld probleem min of meer terugbrengt tot het slim gebruiken van drie houten latjes: de zandvangstructuur die de duinen moet gaan laten groeien. Eigenlijk is het een kleine zandmotor, en hoewel dat niet zo vernieuwend is, is de intelligente manier waarop Kersten en Noordhuizen die toepassen in het landschap wel.’
Waarom dit duo de award won? ‘Ze kozen zelf hun onderwerp en maakten hun eigen probleemanalyse, hadden oog voor de haalbaarheid en uitvoerbaarheid van hun project en wisten een groots probleem terug te brengen naar een ogenschijnlijk eenvoudige oplossing’, aldus de jury.
Nummers twee
Hanne van den Berg (Urbanism, TU Delft) ging naar de sloppenwijken in Buenos Aires om een verbeteringsstrategie te ontwerpen. Een moedig onderwerp, zo oordeelde de jury van de Stedelijk Interieur Studenten Award. Nog knapper vonden zij het dat Van den Berg idealisme weet te koppelen aan realisme en met praktisch uitvoerbare oplossingen komt.
Corien Kuiper (Planologie, Rijksuniversiteit Groningen) legt in haar scriptie de vinger op de zere plek, vond de jury. Nauwgezet bracht zij de discussie binnen de ruimtelijke ordening op nationale en lokale schaal in beeld en de jury vindt haar conclusie terecht: wat op nationaal niveau wordt bedacht, vindt in het alledaagse OR-beleid op gemeenteniveau nauwelijks aansluiting.
Naast de aandacht, de eer en de mooie geldprijzen kregen de genomineerde studenten de kans de vakjury te ontmoeten en hun scriptie te presenteren, kregen zij een uitnodiging voor het Nationaal Openbare Ruimte Congres en krijgen de winnaars de gelegenheid een artikel te schrijven voor het vakblad Stedelijk Interieur.
Nogmaals van harte gefeliciteerd, Inge en Jorrit!
De top 3
(op alfabetische volgorde)
Titel: |
Integrating the informal - Developing an integrative strategy for slum upgrading |
Auteur: |
Hanne van den Berg |
Opleiding: |
Urbanism |
Onderwijsinstelling: |
TU Delft |
Betere leefomstandigheden in sloppenwijken
Dit afstudeerproject biedt een integrale strategie voor het verbeteren van informele nederzettingen. Om de levensomstandigheden van de bewoners van deze wijken structureel te verbeteren, neemt de strategie een breed raamwerk in acht van interventies voor het verminderen van zowel omgevingsrisico’s (zoals overstromingen) als de kwetsbaarheid daarvoor, integratie van de sloppenwijken in de formele stad en participatie van lokale belanghebbenden in grootschaliger stedelijke processen.
Het project is gericht op Barrio Independencia, een wijk met ongeveer 7.500 inwoners in het stroomgebied van de Rio Reconquista in de metropoolregio van Buenos Aires. De voorgestelde verbeteringsstrategie bestaat uit een participatief stedelijk besluitvormingsmodel en een reeks fysieke interventies. Uit het literatuuronderzoek, de ruimtelijke analyse en gesprekken met professionals, academici, politici en eindgebruikers is gebleken dat een integrale aanpak van de problematiek van deze wijken vereist is.
Hanne van den Berg: ‘Ik heb sinds mijn opleiding Architectuur aan de universiteit van Cambridge interesse gehad in de sloppenwijkenproblematiek. Gezien de schaal en de snelle groei van sloppenwijken vind ik het een zeer belangrijk thema waar stedebouwkundigen maar ook architecten eigenlijk niet omheen kunnen. Ik raakte geïnteresseerd in Buenos Aires tijdens mijn opleiding aan de TU Delft. In een keuzevak keken we naar de gevolgen van globalisering op met name de fragmentatie van snel groeiende steden en stadsregio’s. Met name de sterke (socio-economische) contrasten in deze stad, maar ook de specifieke (overstromings)problematiek veroorzaakt door de ligging in een deltagebied trokken mij aan.’
Titel: |
Vibrant Land - Responsive engagement with the fragmented coastline of North Carolina |
Auteur: |
Inge Kersten en Jorrit Noordhuizen |
Opleiding: |
Landscape Architecture |
Onderwijsinstelling: |
Wageningen Universiteit |
Stedelijkheid en landschap hand in hand
In het kustlandschap van de Amerikaanse staat North Carolina is de frictie tussen de dynamische natuurlijke landschappen en de statische stedelijke patronen duidelijk zichtbaar. Dit kustlandschap bestaat uit barrier islands; een gefragmenteerde kust van lage, smalle eilanden. De eilanden beschermen het vaste land en zijn zeer aantrekkelijk voor recreatie.
Het doel van dit onderzoek was het ontwikkelen van een testcase/experiment waarin de stedelijke structuur meegroeit en profiteert van de dynamiek van het landschap in plaats van ertegen te vechten. In relatie tot toekomstige veranderingen als zeespiegelstijging en extremere stormen lijkt dat haast onmogelijk. Echter, tijdens het onderzoek bleek dat er groeimogelijkheden in het landschap zitten - juist doordat de focus van het landgebruik vooral op de zeezijde van de eilanden ligt.
Inge Kersten en Jorrit Noordhuizen: ‘We waren vanaf het begin gefascineerd door de kracht en schoonheid van het landschap en de gemiste kansen van de stedelijke ontwikkeling. Hoewel we aanvankelijk een landschap van (kapitaal)verlies en afbraak aantroffen, zagen we achter dat schrikbeeld de kansen om een voor mensen betere, veiliger en aantrekkelijker woonomgeving te creëren. Het was een mooie uitdaging om een gebiedgebonden recreatielandschap te ontwerpen in plaats van een gestandaardiseerd monotoon stedelijk weefsel. De spanning van de opgave zat in de duidelijk zichtbare problemen en verwoestingen, en toch de wens om zo dicht bij het strand en zee te wonen.’
Titel: |
Tussen functionaliteit en kwaliteit: het dilemma van de openbare ruimte in Nederland |
Auteur: |
Corien Kuiper |
Opleiding: |
Planologie |
Onderwijsinstelling: |
Rijksuniversiteit Groningen |
Planologen kunnen mooi schrijven en praten
Van oudsher is de openbare ruimte een verantwoordelijkheid van de overheid. Echter, de openbare ruimte als traditionele ‘rijkszaak en gemeentetaak’ lijkt niet meer op te gaan. Het streven naar een kleinere overheid en meer efficiëntie stelt verantwoordelijkheden van de overheid binnen de ruimtelijke ordening ter discussie.
In de zoektocht naar strategieën om kwaliteit van de openbare ruimte te realiseren, ontstaat in toenemende mate ruimte voor private partijen, woningcorporaties en bewoners om aanspraak op de openbare ruimte te maken en kwaliteit te definiëren. Dit voedt de poging van de overheid om verantwoordelijkheden aangaande de openbare ruimte los te laten. Dit onderzoek stelt de vraag: hoe gaan de nationale en lokale overheid om met het dilemma van de openbare ruimte in Nederland?
Corien Kuipers: ‘Binnen de planologie vind ik de stedelijke context het meest interessant. In de openbare ruimte komt het leven van de stad samen. Mensen, gebouwen, verkeer en natuur: alle functies worden erin verweven. Tijdens het onderzoeksproces heb ik keuzes gemaakt om mijn onderzoek af te bakenen. Op die manier heb ik geprobeerd tot een werkbare onderzoeksaanpak en een begrijpelijk verhaal te komen. Een van de keuzes was het hanteren van een discursieve benadering, waarmee ik stel dat taal belangrijk is. Planologen kunnen mooi schrijven en praten, maar wat bedoelen we eigenlijk? Door met de bril van taal naar de praktijk te kijken, probeer ik in mijn onderzoek de openbare ruimte in Nederland beter te begrijpen.’
|