>> Seminartour 2007

1. Hoe krijg je kwaliteit?


Na jaren van bezuinigingen in de openbare ruimte, is het weer tijd voor kwaliteit in het stedelijk interieur. Maar? wat is kwaliteit? En hoe krijg je die? Waar investeer je in kwaliteit, en waar niet? Kwaliteit is gebaat bij diversiteit, maar de Nederlandse openbare ruimte (en stedebouw) is echter ?vlak'. Er is veel van hetzelfde. Het is allemaal een beetje goed, maar op maar weinig plekken echt bijzonder. Hoe breng je verschil aan in de openbare ruimte? Hoe materialiseer je dat verschil? En hoe beheer je het? Kwaliteit heeft ten slotte te maken met identiteit. Je waardeert de plek waar je je thuis voelt. Maar hoe breng je eigenheid in de openbare ruimte aan?

Presentaties (het downloaden kan enige tijd in beslag nemen)
>> De context. De plaats van het publieke domein - Frank de Josselin de Jong
>> Gebruikswaarde. De betekenis van publiek domein - MaartenJan Hoekstra
>> Kwaliteit op macroniveau. Casus de binnenstad van Zoetermeer, de ontwikkeling van een openbaar domein - Chantal Eijsackers en Ad ten Ham, gemeente Zoetermeer
>> Kwaliteit op mesoniveau. Casus Afrikaanderplein Rotterdam, hoe maak je kwalitatieve openbare ruimte op een moeilijke plek? - Hans Oerlemans
>> Kwaliteit op microniveau. Casus design for all, een openbaar domein voor iedereen - Willem Jagersma en Jan Troost

2. De logica van de openbare ruimte


Steden worstelen met slecht gebruikte openbare ruimten, waar niemand de weg weet. Dat leidt tot verloedering. Hoe repareer, en creëer je de stedebouwkundige structuur zo dat je de stad weer kan 'lezen'? En hoe richt je een logische openbare ruimte in? Vraag een kind een stad te tekenen en hij tekent een kerk met daarom heen huizen, fabrieken, scholen en andere gebouwen. Op een manier die vooral heel logisch is. Maar veel steden en dorpen kennen die logica al lang niet meer. De kerk is niet langer vanzelfsprekend het kernpunt en veel andere functies liggen ook niet ?logisch?. Door de sterke naoorlogse groei en nieuwe inzichten in de jaren zeventig en tachtig zijn er steden ontstaan, waar veel bewoners de weg niet weten. Een ontwikkeling die wordt versterkt door het feit dat wonen en werken soms tientallen kilometers uit elkaar liggen waardoor de binding van bewoners met hun woonplaats kleiner wordt. Als gevolg van deze ontwikkeling ontstaat een brei aan slecht gebruikte openbare ruimtes die weinig maatschappelijk rendement opleveren, maar wel onderhouden moeten worden; komen er winkelstraten waar niet voldoende bezoekers komen om het rendabel te maken; en moeten gemeenten met kunst en vliegwerk (lees: citymarketing) hun identiteit bevestigen. De kosten hiervan zijn enorm.
Tijdens de tweede sessie van de Stedelijk Interieur Seminar van dit jaar (op 20 september in Eindhoven en 27 september in Amsterdam), zochten we een oplossing voor dit probleem.

Presentaties (het downloaden kan enige tijd in beslag nemen)        
>> Het probleem. Theorie - Karen Buurmans, TU Delft
>> Het probleem. De praktijk - Felix Wigman, BRO en Platform Binnenstadsmanagement
>> Maurice Dumas, Quadrat, atelier voor stedebouw, landschap en architectuur
>> Christoph Elsässer, West 8 Urban Design & Landscape Architecture       
>> Ruwan Aluvihare, Dienst Ruimtelijke Ordening
>> Kees Noorman, World Trade Center          
>> De oplossing. Consequent inrichten - Henk Krouwel, gemeente Breda
>> De oplossing. Consequent beheren - Han Kilsdonk, gemeente Oosterhout

3. Er is te veel openbare ruimte!


?De openbare ruimte moet en kan beter, zegt de lezer?. Daarmee opende de Volkskrant op 8 september. Het was dé conclusie van de Ruimtelijke Agenda van diezelfde krant. Conclusie: er is te weinig openbare ruimte én de openbare ruimte die er wel is, is niet goed genoeg. Maar hoe kan dat nou? Volgens Peter de Bois, inhoudelijk dagvoorzitter van de Stedelijk Interieur Seminartour 2007, is er namelijk juist veel te veel openbare ruimte én is daardoor de openbare ruimte die er is niet goed genoeg. Een wonderlijke andere kijk op de zaak en genoeg reden om een middag te vullen met de vraag of er te veel of te weinig openbare ruimte is.

Presentaties (het downloaden kan enige tijd in beslag nemen)    
>> Introductie - Peter de Bois, TU Delft
>> De hoofdvraag. Te veel of te weinig? - Wim Derksen, Ruimtelijk Planbureau
>> De politiek. Wat vindt Minister Cramer? - Emmy Bolsius, ministerie van VROM
>> De praktijk. Willen we meer? - Veronika Meijer, gemeente Bussum
>> De praktijk. Of willen we minder? - John Ogink, Oranjewoud
>> Het ontwerp. Zo geef je betekenis - Serge Vonk, IMOSS, bureau voor stedebouw. En: een film met muziek (12,5 MB) (hiertoe kunt u kosteloos het pograma QuickTime downloaden via de website van Apple)


>> Seminartour 2006



1. Stedelijke vernieuwing en openbare ruimte



De openbare ruimte van de komende jaren ligt niet in de binnenstad, maar in de herstructureringsgebieden daar om heen. In wijken uit de jaren '50, '60 en '70 waar de openbare ruimte meer is dan een mooi plein of een fijn park. In deze wijken is de openbare het fysieke en sociale bindmiddel van de samenleving. De grote vraag is hoe we dit voor elkaar krijgen.

Presentaties (het downloaden kan enige tijd in beslag nemen)
>> Het probleem - Joop van Dam, ministerie van VROM
>> Organisatie - Eric Hof, Oranjewoud
>> Financiering - Robert Boom, Arcadis
>> Uitvoering - Gereon Bargeman, Imoss, bureau voor stedebouw
>> Beheer - Frank de Vries en Bert Timmen, De Woonplaats
>> Integraal - Jac Vries, ING Real Estate Development

2. Het is een vak


De vakmatigheid in de openbare ruimte verdwijnt. Althans, dat wordt gezegd.
Om het tij te keren bood Stedelijk Interieur een middagje vakmatigheid.

Presentaties (het downloaden kan enige tijd in beslag nemen)
>> Ondergronds. Trends in riolering - Wout van der Garde
>> Licht. Ontwikkelingen in de openbare verlichting - Ruben van Bochove
>> Groen. Ademnood - Huub Keijzers
>> Bestrating in Bergen op Zoom - Frans Wakkee
>> Veranderende context vakmatig werken. D ?Engelsche Boomgaert te Vlaardingen - Luc Bos

3. Van wie is de openbare ruimte?


Er woedt een strijd om de openbare ruimte. En die strijd is heftiger dan ooit. Nog steeds is 95% van de openbare ruimte bezit van de gemeenten, maar private en semi-private partijen vechten om hun deel van het openbaar domein. Bij wie zijn we het beste af? Bij vastgoedbedrijven die de openbare ruimte zien als moneymaker, maar wél het ene na het andere mooie project opleveren en optimaal beheren? Bij woningcorporaties die de openbare ruimte willen gebruiken om sociale doelstellingen te behalen? Of bij de gemeente die zich niet alleen bekommert om de krenten, maar ook om de pap? U kreeg het antwoord tijdens de Stedelijk Interieur Seminartour. Vooraanstaande sprekers uit de private, publieke en semi-publieke sector gaven het antwoord op de vraag waarom zij dé eigenaar van de openbare ruimte zijn. Ze gaven voorbeelden en lieten zien waarom ze beter zijn dan de andere eigenaren.

Presentaties (het downloaden kan enige tijd in beslag nemen)
>> Het probleem en de rol van private partijen - Peter van der Gugten, Proper Stok
>> De openbare ruimte is van de overheid - Gerrit van Oosterom, gemeente Apeldoorn
>> De openbare ruimte is van de woningcorporatie - Hans Bijkerk, Projectteam Holtenbroek 1, Zwolle
>> De openbare ruimte is van de zorgsector - Günther Schwandt, ONB
>> De openbare ruimte is van ons - Arjan Karssen
>> Eigendom en de stedelijke structuur - Stefan Gall, Bureau Quadrat
>> De openbare ruimte is van de overheid - Ruud Ridderhof, gemeente Den Haag
>> De openbare ruimte is van de private partijen - Mascha van Vuuren, ABL2
>> De openbare ruimte is van de woningcorporatie - Wouter Schik, Arcadis
>> De openbare ruimte is van de bewoners - Steven Slabbers, Bosch Slabbers

 
 
Water Wonen en Ruimte Congres
Metten
Straatmeubilair
Streetart
Elba Media
Doelbeelden
jaarboek